ny

Het verschil tussen een Taike-afsluiter met stijgende spindel en een afsluiter zonder stijgende spindel

Taike-afsluiters kunnen worden onderverdeeld in:

1. Schuifafsluiter met stijgende spindel: De moer van de klepsteel wordt op het klepdeksel of de beugel geplaatst. Bij het openen en sluiten van de schuifplaat wordt de moer van de klepsteel gedraaid om de klepsteel te heffen en te laten zakken. Deze constructie is gunstig voor de smering van de klepsteel en heeft een hoge mate van openen en sluiten, waardoor deze veel wordt gebruikt.

2. Schuifafsluiter met niet-stijgende spindel: De moer van de klepsteel staat in direct contact met het medium in de klepbehuizing. Het openen en sluiten van de schuif wordt bereikt door de klepstang te draaien. Het voordeel van deze constructie is dat de hoogte van de schuifafsluiter altijd ongewijzigd blijft, waardoor de inbouwruimte beperkt is en de constructie geschikt is voor schuifafsluiters met grote diameters of een beperkte inbouwruimte. Deze constructie dient te zijn uitgerust met een openings-/sluitindicator om de mate van opening/sluiting aan te geven. Het nadeel van deze constructie is dat de schroefdraad van de klepstang niet alleen niet gesmeerd kan worden, maar ook direct onderhevig is aan erosie van het medium en gemakkelijk beschadigd raakt.

De belangrijkste verschillen tussen afsluiters met stijgende spindel en afsluiters zonder stijgende spindel zijn:

1. De hefschroef van de flensafsluiter met niet-stijgende spindel draait alleen, zonder op en neer te bewegen. Alleen een stang is zichtbaar, en de moer ervan is bevestigd aan de schuifplaat. De schuifplaat wordt opgetild door de rotatie van de schroef, zonder een zichtbaar portaal; de hefschroef van de flensafsluiter met stijgende spindel is zichtbaar, en de moer is stevig bevestigd aan het handwiel en vastgezet (niet roterend noch axiaal bewegend). De schuifplaat wordt opgetild door de schroef te draaien. De schroef en de schuifplaat maken slechts een relatieve rotatiebeweging zonder relatieve axiale verplaatsing, en het uiterlijk is voorzien van een deurvormige beugel.

2. “Bij kleppen met een niet-stijgende spindel is de leidspindel niet zichtbaar, terwijl kleppen met een stijgende spindel de leidspindel wel kunnen zien.”

3. Wanneer een klep met een niet-stijgende spindel wordt geopend of gesloten, zijn het stuurwiel en de klepsteel met elkaar verbonden en relatief onbeweeglijk. De klep wordt geopend of gesloten door de klepsteel op een vast punt te draaien, waardoor de klep omhoog en omlaag wordt bewogen. Kleppen met een stijgende spindel heffen of verlagen de klep via een schroefdraadoverbrenging tussen de klepsteel en het stuurwiel. Simpel gezegd is een klep met een stijgende spindel een klepschijf die samen met de klepsteel op en neer beweegt, en het stuurwiel bevindt zich altijd op een vast punt.


Plaatsingstijd: 29-03-2023